Taal en lezen in groep 5
Leesstrategieën helpen bij begrijpend lezen
Lezen blijft ook in groep 6 heel belangrijk. Dit schooljaar gaat je kind verder met het aanleren van allerlei leesstrategieën die helpen om teksten te begrijpen. Je kind leert bijvoorbeeld stil te staan bij wat voor soort tekst het is, goed te kijken naar koppen en bijschriften, te letten op woorden die een signaal zijn, voorbeelden (bijvoorbeeld, zoals) en voorkennis van het onderwerp te benutten. Ook leert je kind het onderscheid herkennen tussen feiten en meningen.
In groep 5 heeft je kind al voorzichtig kennisgemaakt met grammatica (werkwoorden herkennen). In groep 6 leert het al de persoonsvorm en het onderwerp benoemen – het begin van zinsontleding. Voegwoorden, vraagwoorden, zelfstandig naamwoorden, trappen van vergelijking en de verschillen tussen tegenwoordige tijd en verleden tijd komen ook al aan bod.
Bij spelling maakt je kind dit schooljaar een begin met de werkwoordspelling. In groep 6 wordt kennisgemaakt met werkwoordsvormen op -dt. Lastig!
- Lezen: AVI-E6. Begrijpend lezen van instructieve en informatieve teksten. Tekstsoorten onderscheiden. Herkennen van voorbeelden, tegenstellingen, oorzaak-gevolg en middel-doelrelaties in teksten. Naslagwerken gebruiken als woordenboek, encyclopedie en internet
- Stellen: een e-mail, brief, verhaal, gedicht, boekverslag. Met aandacht voor alinea’s, titels, kopjes (en goed gebruik van hoofdletters en leestekens (punt, komma, dubbele punt, puntkomma, aanhalingstekens, haakjes)
- Spreken/luisteren: spreekbeurt houden, muurkrant of werkstuk maken
- Spelling: Meervoud op ‘s; woorden met een c; woorden op -atie en -itie en -tie; tijdsaanduidingen met ‘s, hoofdletters bij landen, steden, inwoners; werkwoordspelling met -dt
- Grammatica: persoonsvorm en onderwerp benoemen