Rekenen in groep 7
Kinderen in groep 7 leren de telrij tot en met 1.000.000 en rekenen tot en met 100.000. Aan bod komen optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen, breuken, kommagetallen (kale getallen), verhoudingen en procenten, cijferen, meten en meetkunde.
Getallen en bewerkingen
In groep 7 komen de getallen tot 100.000 en tot 1000.000 aan de orde. Bij het onderdeel getallen leren de kinderen getallen herkennen en plaatsen op de getallenlijn, leren ze tellen met sprongen, maar ze leren ook hoe een getal is opgebouwd en hoe getallen geschreven worden. In groep 7 is daarnaast veel aandacht voor het plaatsen van kommagetallen en breuken aan een getallenlijn. De kinderen leren de Romeinse cijfers schrijven en gebruiken.
In groep 7 wordt het cijferend rekenen (onder elkaar) voortgezet met grotere getallen en met kommagetallen. De kinderen gebruiken de rekenmachine als controlemiddel en ze leren eventueel nieuwe functies gebruiken.
Nieuw in groep 7 zijn de procenten. De kinderen leren wat procenten zijn en hoe ze hiermee kunnen rekenen. Ze leren wat 100% is, ze leren hoe ze korting kunnen berekenen en ze leren om procenten en cirkeldiagrammem aan elkaar te koppelen.
Er is veel aandacht voor de samenhang tussen breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen. Bijvoorbeeld: 25% is hetzelfde als ¼, als 0,25 of als 1:4.
Meten
In groep 7 wordt het lijstje met maten voor lengte, gewicht en inhoud verder uitgebreid zodat de kinderen bekend zijn met de lengtematen kilometer – hectometer – decameter – meter – decimeter – centimeter en millimeter, de gewichtsmaten kilogram – hectogram – decagram – gram – decigram – centigram – milligram, de inhoudsmaten kiloliter – hectoliter – decaliter – liter – deciliter – centiliter en milliliter. In sommige methodes komt daar nog de ton (=1000 kg) bij.
De kinderen krijgen oefeningen in het omzetten van de ene in de andere maat, bijvoorbeeld 1 decimeter = 10 centimeter. Om de oppervlakte van bijvoorbeeld een vloer uit te rekenen maken de kinderen gebruik van de formule lengte x breedte. De maten voor oppervlakte zoals vierkante meter (m²) worden toegevoegd aan het lijstje met bekende lengtematen.
De formule voor oppervlakte (lengte x breedte) wordt in groep 7 uitgebreid naar lengte x breedte x hoogte om de inhoud van iets te kunnen berekenen. De kubieke decimeter en de kubieke meter worden toegevoegd aan de bekende inhoudsmaten en de kinderen leren dat 1 liter hetzelfde is als 1 kubieke decimeter. Ze maken sommen waarbij ze de inhoud berekenen om dit vervolgens om te zetten in liters. De leerstof in groep 7 gaat nog dieper in op de temperaturen, ze leren bijvoorbeeld wat ‘onder nul’ betekent.
Meetkunde
Bij meetkunde gaat het om de het verkennen van de ruimte. In elke jaargroep komen regelmatig dezelfde onderwerpen aan de orde die de ontwikkeling van deze verkenning van de ruimte ondersteunen. Bijvoorbeeld: het leren gebruiken van plattegronden en het kunnen vaststellen wat je wel of niet ziet vanaf een bepaalde plaats. Het leren van verschillende vormen en het maken of afmaken van patronen.
Verder komt aan de orde het bouwen of nabouwen van blokkenbouwsels en leren de kinderen spiegelen en omgaan met de schaduw. In groep 7 leren de kinderen bijvoorbeeld bij plattegronden gebruikmaken van de schaal om afstanden te berekenen.
In sommige rekenmethodes komen nu uitgebreid de windrichtingen aan bod. De kinderen leren uitgeklapte vormen (uitslagen) van bijvoorbeeld doosjes tekenen en omgekeerd van uitslagen weer doosjes maken.
Ze gaan dieper in op het bepalen van de symmetrie en het spiegelen van figuren en in sommige methodes wordt aandacht besteed aan vormen en schaduwen. Verder is het afhankelijk van de methode die uw kind gebruikt welke onderwerpen nog meer aangeboden worden.
Tijd
De kinderen leren rekenen met seconden, minuten, uren, dagen, maanden en jaren. Ook begrippen zoals eeuw, decennium, millennium en lustrum komen ter sprake deels in groep 7, soms wordt dit in groep 8 behandeld. Veel sommen bevatten tabellen van bijvoorbeeld reistijden. De kinderen berekenen dan hoe lang een reis duurt, hoeveel wachttijd ergens tussen zit of hoeveel iemand te laat is.
Verbanden
Onder verbanden wordt verstaan het lezen en begrijpen van getallen in grafieken of tabellen. Als kinderen een grafiek of een tabel kunnen lezen of zelfs gebruiken, dan passen ze meerdere soorten rekentechnieken toe. Er wordt een verband gelegd tussen de verschillende manieren van rekenen. In groep 7 gaan de kinderen gegevens uit grafieken en tabellen aflezen, interpreteren, vergelijken en er zelf berekeningen mee maken. De grafieken zijn gecompliceerder, er staan steeds vaker verschillende gegevens in één grafiek.
(Bron: website Zwijsen)